Biologische vader overlijdt, fiscus rekent hoogste tarief


27 mei 2022 - Een man moest tot zijn verbazing het allerhoogste belastingtarief afrekenen over de erfenis van zijn biologische vader, omdat hij als kind was erkend door zijn stiefvader. Hij heeft de Belastingdienst er nu alsnog onder gekregen. Het Arnhemse gerechtshof oordeelt, in tegenstelling tot de fiscus en de rechtbank, dat er wél sprake was van een familieband. Dat scheelt een ton aan belasting.

Karin Kuiken: "Interessante uitspraak van het Gerechtshof in Arnhem."


De man was in 2004, op zijn vijfde, erkend door de nieuwe partner van zijn moeder. Met zijn biologische vader had hij vanaf de geboorte nog regelmatig contact. De biologische vader had hem ook willen erkennen, maar kreeg daarvoor geen toestemming van de moeder omdat hun liefdesrelatie voorbij was. Wel kwam er een omgangsregeling. „Er was sprake van ruime omgang en hij ging met zijn biologische vader op vakantie”, vermeldt het arrest van het hof.

De biologische vader overleed in 2017 en liet €501.803 na aan zijn zoon, „die ik graag had willen erkennen en voorzover mogelijk alsnog erken”, zo liet hij optekenen in het testament.

Stiefouder
De Belastingdienst vond dat de biologische verwantschap ’onvoldoende’ was om als kind van de erflater aangemerkt te worden, omdat er geen familierechtelijke betrekking was. De fiscus beschouwde hem als kind van de stiefouder. Dus moest de man het 40%-tarief voor ’overige erfgenamen’ betalen, in plaats van het 20%-tarief. In het eerste geval bedraagt de erfbelasting ongeveer €187.000, in het tweede geval €84.000.

De Arnhemse rechtbank steunde de fiscus. „Naar Nederlands recht is eiser dus niet een kind van erflater”, noteerde de rechtbank zelfs. Ook zij vonden dat de man voor de erfbelasting als ’vreemdeling’ aangeslagen moest worden, zelfs al was het zijn ’bloedeigen’ vader.

Het gerechtshof in dezelfde plaats keek er heel anders tegenaan. De rechters wezen op een bepaling in de wet Rijksbelastingen, waarin een kind voor de wet wordt gedefinieerd als: „Een eerstegraads bloedverwant of aanverwant in de neergaande lijn, dat wil zeggen een eigen kind, een stiefkind of een kind van de geregistreerde partner.”

Bloedverwant
Ook zagen de rechters elders in wetten of de wetsgeschiedenis geen aanknopingspunten dat voor het begrip ’kind’ een familierechtelijke betrekking cruciaal is. Kortom, de bloedverwantschap maakt dat je voor de wet geldt als kind. Daar kan een erkening in dit geval niets aan veranderen. De man is dus alleen erfbelasting verschuldigd tegen het lage tarief. De fiscus moet de man ruim €3000 proceskosten vergoeden.

Bron Telegraaf, lees

Geplaatst op: 30 mei 2022

Terug naar blog

© 2024 - Finance & More