Belastingdienst kan juistheid renteaftrek nauwelijks controleren


26 april 2022 - ‘Het krot had al lang onbewoonbaar moeten worden verklaard. Maar we blijven het maar oplappen. Ik heb het over de eigenwoningregeling’, begint Ruben Stam, fiscalist en pensioenjurist bij Nationale-Nederlanden, zijn column. Hoe een falende Belastingdienst de doe-het-zelf-adviseur helpt slagen.

Karin Kuiken: "Voor de financieringsaanvraag is de aangifte IB leidend, dus wordt de 'vervuiling' alleen maar groter. Afschaffen van de hypotheekrenteaftrek is mijns inziens echt de beste manier."


Wat ooit begon als een relatief simpele regeling is verworden tot een voor velen onbegrijpelijk labyrint aan regels. Voor wie anders beweert, heb ik nog casuïstiek op de plank liggen. Niet verzonnen, zo uit de praktijk.

Complex werd het met de introductie van de bijleenregeling in 2004. Vlak na het verschijnen van het wetsvoorstel gaf ik een cursus over de bijleenregeling, onder andere aan een aantal automatiseringsdeskundigen van de Belastingdienst. Ze wisten niet hoe ze dát geprogrammeerd moesten krijgen in de systemen van de Belastingdienst, zo complex vonden ze de regeling. Het is ze gelukt, neem ik aan, maar of de controle hierop door de Belastingdienst ook gelukt is, vraag ik mij af. Als een regeling complex is, kun je veel discussies met de Belastingdienst verwachten. Er wordt echter nauwelijks geprocedeerd over de bijleenregeling. Hoe goed controleert de Belastingdienst de regeling dan? Nog complexer werd het in 2013, met de introductie van de fiscale aflossingseis. De Tweede Kamer vroeg of de eigenwoningregeling nog wel uitvoerbaar zou zijn. Volgens de staatssecretaris was dat het geval, want de Belastingdienst krijgt toch alle benodigde gegevens van banken aangeleverd.

Papier en praktijk
Uit de evaluatie van de eigenwoningregeling blijkt iets anders: niet uitvoerbaar, niet handhaafbaar en voor alle partijen te complex. Het huidige kabinet zou de herziening eigenlijk moeten oppakken, maar vooralsnog doet ze dit niet. Desondanks is de eigenwoningregeling per 2022 wel opnieuw opgelapt. Niet ter vereenvoudiging, maar omwille van de rechtvaardigheid. Daarbij staat de partnerregeling binnen de eigenwoningregeling centraal. Met de per 2018 gewijzigde wettelijke huwelijksgoederengemeenschap ontstonden fiscale knelpunten binnen de eigenwoningregeling. Uiteindelijk leidde dit, met wat aarzelingen, toch tot een goedkeurend besluit van de staatssecretaris. Makkelijker werd het er niet op. Met ingang van dit jaar is dit besluit wettelijk vastgelegd. Maar dan anders. Rechtvaardiger.

Is de eigenwoningregeling er per 2022 rechtvaardiger op geworden? Op papier wel. Bij een overlijden ging – indien aanwezig – de eigenwoningreserve en de aflossingsstand van de overledene over op de langstlevende partner, óók als deze partner helemaal niets erft. Je kreeg dus altijd de lasten van het eigenwoningverleden van je overleden partner. Hoe rechtvaardig is dat? Daar heeft de wetgever nu een einde aan gemaakt. Voortaan gaan eigenwoningreserve en aflossingsstand mee het graf in.

De doe-het-zelver
Maar dan dit. De eigenwoningregeling is voor de gemiddelde burger totaal ondoorgrondelijk. Er moet een adviseur aan te pas komen om de hypotheek fiscaal correct te krijgen. Dat kost uiteraard geld. De doe-het-zelver die maar wat aanknoeit, kan zich deze kosten besparen. In welke mate de hypotheek daadwerkelijk kwalificeert voor hypotheekrenteaftrek is nog maar de vraag. Maar daar hoeft de doe-het-zelver nauwelijks wakker van te liggen, want de Belastingdienst kan de juistheid van de geclaimde renteaftrek nauwelijks controleren. Daardoor kan de doe-het-zelver beter af zijn dan diegene die zich door een adviseur laat bijstaan. En hoe rechtvaardig is dat?

Bron InFinance, lees

Geplaatst op: 28 april 2022

Terug naar blog

© 2024 - Finance & More